Villa Entropie 2

 

.                  E n t r o p i s c h   L e v e n

54 JAAR

In één van de laatste jaren van de vorige eeuw overleed op hoge leeftijd Rie Lokaal, geboren Hiero, moeder van vijf kinderen.
Zij was aan het begin van die eeuw geboren en had alle toestanden en veranderingen van de eeuw doorgemaakt.
Nu ging zij haar eigen grote verandering in.
 
Het werd een sobere begrafenis zonder opsmuk en met weinig ontroering. Rie was voor haar kinderen geen lieve moeder geweest: een gesloten mens, die weinig gaf, die weinig kon, die haar kinderen opvoedde met een draai om de oren en kleine woorden. Latere schoonkinderen werden niet anders behandeld.
Daarom hadden ze maar afgezien van een bijeenkomst in het rouwcentrum, want er was geen dankbaarheid.
 
Wat bleef en moest gebeuren was de begravenis. Rie werd naar de hof gebracht om bij haar man te worden gelegd. De enkele keer, dat zij nog wat zei, had zij daarom gevraagd.
Aan het graf was het stil, niemand voelde behoefte om iets te zeggen. En de medewerker van de begrafenisondernemer verzorgde het ritueel wel. Dat ging een tijdje goed en juist wilde hij op het pedaal trappen om het mechaniek in werking te stellen dat de kist in het graf deed dalen, toen hij zichzelf onderbrak – hij keerde zich om naar de aangetreden broers en zusters. Waarschijnlijk zal hij gedacht hebben: dit kan toch niet zo? En hij vroeg: Wil iemand van U nog spreken?
 
Zwijgen.
Geen beweging.
Koude februariwind deed kale beuken klagen. Grijze hemel, wit vel.
Je voelde ze denken: wat schiet ik hiermee op. Ze leken meer op hun moeder dan ze wilden toegeven.
Na nog wat wachten hief de medewerker de hand als om te zeggen: dan maar niet, even goede vrienden, en hij tilde opnieuw zijn voet op om. .
Toen stapte Jannes naar voren. Dat was hij niet van plan, maar diep weg moest het toch. Je zult nu wel begrijpen waarom, welke kracht dat was.
Jannes haalde een velletje papier uit zijn binnenzak en vouwde het open, dat deed hij een beetje onhandig. Ja, uiterlijk en gestalte van Jannes waren onhandig, dat is zo, houterig zelfs, maar daar was zijn stem - die was als de klank van een cello, zacht op de g-snaar met een vibrato uit de pols. Die, als zij opklonk, de mensen het hoofd deed heffen:
 
Stof  
O molecuul bijzonder,
atoom, teder geschikt:
neutronen, welgewikt
het proton in den ronde.
Naar ingeschapen wet
waart gij het opgebouwde:
vrouw, krachtveld, dat met
het leven huwen zoude.
Wat is in haar geschied,
dat gij verenkelvoudde?
en mij het zijn berouwde
tot op dit lied.
                                                                                                                                                                                                 
'Dag lieve moeder, dank je wel. Dank je wel voor alles!’
 
Het papier schoof hij tussen de bloemen op de kist.
En bruusk, ja kwaad, draaide hij zich om en liep zonder nog één keer om te kijken naar de uitgang.
----------------------------
Alleen een oude barometer, fabrikaat P.J. van den Bosch, den Helder, die nog van opoe Lokaal was geweest, was achtergebleven in het kamertje van het rusthuis toen Jannes daar diezelfde middag ging kijken. Zijn broers en zuster waren hem voor geweest. De wijzer van de barometer stond precies in het midden van het woord veranderlijk.
En er lag nog een beduimeld foto-album, blijkbaar had niemand behoefte gevoeld om te worden herinnerd aan vroeger.
Jannes nam het op om er nog eens in te bladeren. Het viel tegen, de mooiste kiekjes waren er toch weer wel uitgescheurd, een paar losse foto’s lagen achterin, eentje viel op de grond. Een fotootje zo groot als een postzegel.

Wonder, o wonder, dat dit plaatje bewaard bleef.