Karl Marx
LOONARBEID EN KAPITAAL
met een inleiding door Friedrich Engels
en een voorwoord van het
marx-engels-lenin-instituut
te moskou
marxistische bibliotheek
prijs f 0,30
Uitgeverij PEGASUS
Amsterdam 1935
Begrip: Arbeidskracht | |
Karl Marx |
Arbeidskracht is een waar die de arbeider kan verkopen. Het is een eigenaardige waar, die geen ander reservoir heeft dan mensenvlees en bloed. |
Helder Blou | Arbeidskracht is de inzet van een gereedschap. |
Begrip: Kapitaal | |
Karl Marx |
Het kapitaal is de som van waren, van ruilwaarden, van maatschappelijke grootheden. Het lichaam van het kapitaal kan zich voortdurend veranderen zonder dat het kapitaal de geringste verandering ondergaat. De bourgeois is eigenaar van het kapitaal. De kapitalist. De arbeider dient mede-eigenaar te worden voor zijn deel. |
Helder Blou |
Het kapitaal is de integrale entropie van het menselijk leefdomein. De innerlijke ordening van het Domein kan zich voortdurend wijzigen zonder dat de entropie ervan de geringste wijziging ondergaat. Iedere Deelnemer heeft zijn eigen Tuin. |
Begrip: Product | |
Karl Marx | Een product is een waar waaraan door arbeid waarde is toegevoegd. |
Helder Blou | Een product is een systeem in een nieuwe toestand nadat het een toestandverandering heeft ondergaan door inzet van gereedschap. |
Begrip: Gereedschap | |
Karl Marx |
Het gereedschap is de gansche machinerie. De arbeider behoort hier niet toe, hij behoort mede-eigenaar te zijn van het gereedschap. De kapitalist ziet de arbeider wel als gereedschap. |
Helder Blou |
Een gereedschap is deel van een omgeving en kan een toestandsverandering bewerkstelligen van een systeem. Voorbeelden van gereedschappen zijn: hamer, beitel, fluitketel, werktuig, machine, mens, dier, gebouw. Geld, grondstoffen en planten zijn geen gereedschappen |
Begrip: Prijs | |
Karl Marx | De prijs is de som van grondstoffen, slijtage gereedschap en arbeid met daaroverheen de concurrentieverhouding kopers/kopers, kopers/verkopers en verkopers/verkopers. |
Helder Blou | De prijs is het entropisch effect van de benodigde toverslagen op de omgeving. |
Begrip:Productiekosten | |
Karl Marx | Productiekosten, uitgedrukt in geld, om een enkel product te maken. |
Helder Blou | Een toverslag is de toestandsverandering, uitgedrukt in J/°K, die nodig is om een enkel product te maken. |
Begrip: Geld | |
Karl marx | Geld is een ruilmiddel van goud of zilver, waarvan de ruilwaarde niet vast is. |
Helder Blou | Geld is een ruilmiddel van kJ/°K , waarvan de ruilwaarde in de natuur vastligt. |
Begrip: Waarde | |
Karl Marx | De waarde van een artikel is gelijk aan de menselijke arbeid die is uitgevoerd om het artikel beschikbaar te stellen. |
Helder Blou | De waarde van een systeem is gelijk aan de vormingsentropie ervan. |
Om te bereiken dat jij dit ook zult begrijpen geef ik voorbeelden.
Voorbeeld 1: leunstoel
Helder's vader maakt samen met de dove knecht een leunstoel uit de grondstoffen hout, springveren, singels, touw, jute, garen, crin, nageltjes, leder en siernagels. Zij hanteren zaag, schaaf, hamer, nijptang, lijm, singelspanner, meubelnaald, schaar en mes. Zij doen daar 10 dagen over.
Dan nu de begrippen invullen:
- Arbeidskracht:
Het gereedschap Mens wordt gedurende 10 dagen ingezet voor 1 stoel. De energie wordt geleverd in de vorm van koude en warme maaltijden voor de arbeiders, maar ook als electriciteit voor verlichting en kolen voor verwarming van de werkplaats.
- Kapitaal:
Is de entropische waarde van de Tuinen van vader en knecht.
- Product:
Groninger Leunstoel met draaipoten.
- Gereedschap:
Zaag, schaaf enz., huisvesting werkplaats, maar ook Helder's vader en de dove knecht. Deze gereedschappen vormen tezamen de omgeving die de vereiste toestandsverandering van de grondstoffen naar de toestand 'stoel' kan bewerkstelligen.
- Prijs:
Is de optelsom van alle tovers die nodig zijn om tot de stoel te komen vertrekkend van de winning van grondstoffen en de levering van gereedschappen.
Voor de inzetprijs van gereedschap Werkplaats formuleerde Helder dit voorbeeldschema:
Capaciteit: Cmeubelwerkplaats = 20 stoelen/300 werkdagen
Een jaar bevat 300 werkdagen.
Inzettijd: Ti werkplaats = 1/C = 0,05 . 300 werkdagen/stoel = 15 werkdagen/stoel
Diensttijd: Td werkplaats = 40 jaren = 12000 werkdagen.
Inzetquotient qi werkplaats = Ti / Td = 0,00125
Prijs inzet werkplaats voor één stoel:
S i werkplaats/stoel = qi . Eigentover Werkplaats [J/°K].
Definitie van de eigentover van een systeem: Eigentover Systeem is de som van alle entropieveranderingen die worden veroorzaakt door de toestandsveranderingen die nodig zijn om het systeem zijn leven te laten leven vanaf het begin – de collectie tot Systeem (b.v. Werkplaats) – tot het einde – de distributie ervan in de Omgeving.
- Toverslag:
De stoel is eenheidsproduct en de Maaktover Stoel is gelijk aan de som van de ervoor uitgevoerde toverslagen met het gereedschap. De absolute grootte van de Maaktover is gelijk aan de absolute grootte van de prijs van de stoel in entropen.
- Geld:
Geldige valuta zijn de entropen
- Waarde:
De waarde van de stoel is gelijk aan de som van de vormingsentropieën Sσ van de verschillende stoffen waaruit de stoel bestaat. De waarde van een systeem is intrinsiek en onafhankelijk van het gevolgde pad van toestandsveranderingen om het systeem te vormen.
Voorbeeld 2 : student kent quantummechanica
Helder voert jaarlijks 15 onderwijseenheden Quantummechanica uit voor 15 studenten. Het uitvoeren van een onderwijseenheid bestaat uit collegeontwikkeling, college geven, aftoetsen studenten. Totaal 200 werkdagen.
Dan nu de begrippen invullen:
- Arbeidskracht:
Het gereedschap Helder wordt gedurende 6 uur ingezet voor 1 college. De energie wordt geleverd in de vorm van koude en warme maaltijden voor de arbeider, maar ook als electriciteit voor verlichting en aardgas voor verwarming van de collegezaal.
- Kapitaal:
Is de entropische waarde van de Tuinen van professor Helder, bestuur universiteit (deels) en ondersteunend personeel (deels).
- Product:
Student die quantummechanica kent.
- Gereedschap:
Krijt, bord, huisvesting, maar ook Helder enz.. Deze gereedschappen vormen tezamen de omgeving die de vereiste toestandsverandering naar de toestand 'student kent quantummechanica' kan bewerkstelligen.
- Prijs:
Is de optelsom van alle tovers die nodig zijn om tot de eindtoestand te komen, vertrekkend van de winning van grondstoffen en de inzet van gereedschappen.
Voor de inzetprijs van gereedschap Helder formuleerde Helder dit voorbeeldschema:
Capaciteit: Chelder = 15 studenten met kennis QM/200 werkdagen.
Inzettijd: Ti = 1/C = 200 werkdagen /15 studenten = 13,3 werkdag/student met kennis QM
Diensttijd: Td helder = 35 jaar = 7000 werkdagen.
Inzetquotient qi helder = Ti / Td = 0,0019
Prijs inzet Helder voor één student met kennis QM:
S i Helder/student QM = qi . Eigentover Helder [J/°K].
- Toverslag:
De student met kennis Quantummechanica is eenheidsproduct en de Maaktover OE is gelijk aan de som van de daartoe uitgevoerde toverslagen met het gereedschap. De absolute grootte van de Maaktover is gelijk aan de absolute grootte van de prijs in entropen.
- Geld:
Geldige valuta zijn de entropen
- Waarde:
De waarde van de student met kennis QM is gelijk aan het verschil in vormingsentropie in het brein van de student zonder- en de student met kennis van Quantummechanica. Deze waarden zijn intrinsiek en onafhankelijk van het gevolgde pad van toestandsveranderingen.