BRONNEN
- welke gereedschappen worden ingezet en hoeveel uren per jaar;
- hoeveel arbeiders en hoeveel uren per arbeider per jaar;
- welke grondstoffen/(half)fabrikaten en hoeveel per jaar;
- welke produkten en hoeveel per jaar;
- hoeveel energie fossiel en duurzaam wordt jaarlijks ingezet;
- het produktierecept per produkt;
- de inhoud van de bedrijfshallen in m3 ;
- welke transportmiddelen en hoeveel produktkilometers per jaar;
Deze informatie zou te vinden moeten zijn in de jaarlijkse duurzaamheidsverslagen die bedrijven sinds 2000 meer en meer zijn gaan opstellen. Dit doen zij aan de hand een format dat - voor het eerst in 2000 - door de nonprovit-organisatie GlobalReportingInitiative GRI is uitgebracht. Deze matrix worden regelmatig bijgewerkt en heeft sinds 2016 de status van globale standaard.
- RICHTLIJN 2014/95/EU dd. 2014 inzake het registreren en rapporteren over niet-financiële informatie en informatie over diversiteit door bedrijven is weliswaar door de meeste lidstaten in wetgeving omgezet, maar de richtlijn is erg algemeen geformuleerd en geldt alleen voor bedrijven met meer dan 500 medewerkers; de hierboven bedoelde informatie wordt niet eenduidig door de richtlijn gevraagd;
- Uit concurrentieoverwegingen zijn bedrijven meestal terughoudend met het verschaffen van informatie over hoe het in de keuken van het bedrijf eraan toe gaat;
- slechts bedrijven die zich erop laten voorstaan volledig duurzaam te zijn of daarin voorop te lopen maken gedetailleerde verslagen; andere bedrijven maken gedetailleerde verslagen onder druk van aktiegroepen, omwonenden, lokale overheden;
- duurzaamheidsverslagen worden opgesteld op hetzelfde abstractieniveau als jaarverslagen, dat wil zeggen één verslag jaarlijks voor de gehele ondernemingsrechtspersoon. Voor kleine bedrijven met slechts één vestiging waar geproduceerd wordt werkt dit goed, maar voor multinationals met tientallen fabrieken verspreid over de Aarde leidt dit tot verslagen die weinig tot niets vertellen over een individuele vestiging x in land y;
- de GRI-richtlijn wordt weliswaar regelmatig bijgewerkt en aangevuld, maar schiet niettemin tekort als het gaat om puntig doorvragen naar de hierboven bedoelde gegevens;
Dat valt dus tegen, maar hoe dan wel? Gelukkig is daar het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europeese Commissie. Onderdeel van dit directoraat-generaal is het IPPC Bureau, de dienst voor Integrated Pollution Prevention and Control. Dit bureau stelt gedetailleerde kwantitatieve inventarisaties op van gangbare grote en kleine industriële processen in Europa met daarnaast beschrijvingen van de beste beschikbare technieken BAT (best available techniques), inclusief thermodynamische kengetallen. Echt goed! Al deze informatie wordt gepubliceerd onder de noemer BREF-documents (BAT Reference Documents).
Voorbeeldpagina's uit een BREF-document over de productie van ammonia.
Ook is er nog The Essential Chemical Industry Online, een web-bibliotheek met veel informatie over industriële processen, oorspronkelijk uitgegeven door de Universiteit van York in Engeland. Deze webzij informeert over de gangbare recepturen bij tal van chemische produktieprocessen.
Verder zijn er nog tal van webzijden die technische informatie geven over heel bepaalde technieken en processen. Deze bronnen worden, waar gebruikt, steeds vermeld onderaan de tovers.
~~~~~~~~~~
Het gaat steeds over Physische Chemie
De warmteleer is een typisch fenomeen uit het tijdperk van de stoommachines en kreeg in dat tijdperk met als belangrijke pioniers Boltzmann en Gibbs haar grondvorm. Sindsdien is de thermodynamica uitgegroeid tot de conceptuele basis voor met name wis- en natuurkunde en scheikunde. De scheikunde verdiepte zich met de discipline physische chemie, die bij de berekening van al de tovers van deze webzijde een belangrijke rol speelt. Het is entropische analyse. Ook Nederlandse wetenschappers hebben aan de ontwikkeling van de physische chemie bijgedragen. Namen: Van der Waals, Van 't Hoff en Lorentz. Van 't Hoff richtte in 1887 samen met Ostwald het Zeitschrift für Physikalische Chemie op. Ik kan het niet laten enige Nederlanders te noemen die over de warmteleer schreven en daarbij opvielen. Hier komen ze:
"Thermodynamica" door Dr. H.A. Lorentz, lessen over Theoretische Natuurkunde, E.J. Brill 1929;
"Entropie en Waarschijnlijkheid" door Dr. H.A. Lorentz, lessen over Theoretische Natuurkunde, E.J. Brill 1923.
De lessen zelf gaf Hendrik Lorentz al in 1910-1911. In die tijd was de statistische verklaring van het begrip entropie door Ludwig Boltzmann nog tamelijk nieuw. In zijn verhandeling over entropie spreekt Lorentz bij dit onderdeel steeds een beetje voorzichtig van de 'methode Boltzmann'. Overigens:hij kende Boltzmann persoonlijk, correspondeerde met hem en steunde diens 'methode'.
"De beide hoofdwetten der Thermodynamica en hare voornaamste toepassingen" door Dr. G.L de Haas-Lorentz, Martinus Nijhoff 1938;
Geertruide Lorentz - dochter van de beroemde vader - schreef dit werk volgens haar persoonlijke opvattingen over didactiek die afweken van wat toen in de meeste leerboeken gangbaar was. Dit deed zij in nauw overleg met Tatiana Afanassjewa, de vrouw van Paul Ehrenfest die Hendrik Lorentz was opgevolgd. Interessant is haar behandeling van de niet-waarneembare grootheid X die dan naderhand de entropie blijkt te zijn.
"Thermodynamica en statistiek in de chemie" door Dr. J. Zernike, Kluwer Deventer 1942;
De inhoud van deze leerboeken is niet altijd gezellig omdat het eigenlijk een saai onderwerp is, bijna net zo saai als klassieke ekonomie.