Rijtjeshuis
“Niet meteen aan de vorm of het uiterlijk denken, maar concentreer je nu eens op het gebruik. Daar gaat het om, Thomas Moore werkte in zijn Utopia reeds nauwkeurig een nette gebruikswoning uit en liet de leefstoffen opslaan in openbare magazijnen, waaruit de bewoners naar behoefte kunnen putten. En jij wilt zomaar een huis kiezen, omdat het aardig ligt, omdat het een leuk huisje is, zomaar zonder nadenken.”
"In huis gaat het eerst en vooral om stofwisseling. Ieder huis is daar op gebouwd, ieder huis heeft daarvoor een in- en een uitgang.”
“Eerst de inkomstenkant, ik noem op: gas, electrisch, water, groente, vlees, verpakking, kleding, informatie, lucht en licht. Dat komt allemaal door de voordeur, de vensters, de kabels en leidingen en de brievenbus. De bewoner verbruikt dat allemaal, hij verandert het en dat gaat het beste als het huis logisch in elkaar zit. Dááruit volgen je ontwerpeisen.”
"Nu de uitgavenkant!”
“Poep, pies, uitgeademde lucht, transpiratie, rookgassen, papier, plastic, leeg glas, vodden, vies water, waterdamp, warmte, dat gaat allemaal weer naar buiten, dat wordt verspreid door de ramen, deuren, riolering, afvalbak, schoorsteen. De kern van de verandering is dat de uitgaven ingewikkelder en warmer zijn dan de inkomsten. Onthoud dat!”
“En jij zit precies tussen de inkomsten en uitgaven in. Jij bent de grote veranderaar en je wilt dat je huis daarbij een doelmatig gereedschap is.”
"Natuurlijk kies je dan het rijtjeshuis.
Lang hoef je niet te zoeken naar een pasgebouwd rijtjeshuis. Sinds mensenheugenis worden zij in ons land in kwadratisch tempo gebouwd en dit zal zo doorgaan tot dat op een dag ergens rond 2040 Nederland één vlakke zee van rijtjeshuizen is. Dan heeft de Omgeving rondom de ruimte het schip vol rijtjeshuizen gekeerd. Op die jongste dag zal de Laatste Nota op de Ruimtelijke Ordening verschijnen met als titel in impact-letters: De Rijen Gesloten
Het laatst opgeleverde rijtjeshuis krijgt naast de voordeur een gedenksteen, die koningin Amalia zal onthullen waarna zij een herdenkingsdienst in de Groote Kerk zal bijwonen. Het moegestreden leger van bouwvakkers gaat naar ontwennings-centra waar psychiatrische hulp wordt geboden, het ministerie voor Woningbouw is dan al opgeheven en ach, de socialisten zullen zich nog eenmaal naar de Paaschheuvel begeven om daar te luisteren naar het vers Over het geluk van volkomene onzelfzuchtigheid en met alle makkers ontroerd het Morgenrood te zingen waarna de Woningwet 1901 plechtig in een Rustend Archief wordt besteld. Zo wordt het gereedschap neergelegd en komt het grote schaften. Een planologische vrede doorstroomt het land. O, eindelijk Rust en Stilte, eindelijk Eenheid."
"Achter de voordeur bevindt zich de hal van 1 bij 2 meter. Het huis heeft een brede en een smalle beuk; de hal is de voorzijde van de smalle beuk. Op deze hal komen uit van links naar rechts: de deur naar de doorzonkamer, de deur naar de keuken, de trap naar boven en de WC-deur. Dit is doelmatigheid! Niet één wandvlak is onbenut gelaten, het enige waar de architekt om heeft moeten denken, is dat alle deuren zodanig draaien, dat zij bij gelijktijdig gebruik, bijvoorbeeld als iemand van het toilet komt en door het ruisen van de pas doorgetrokken plee niet hoort dat er net iemand in de hal staat die door de voordeur een bezoeker binnenlaat, dus dat zij bij gelijktijdig gebruik niet tegen elkaar botsen en elkaar bezeren."
"Maar dat is nog niet alles! Want er is ook voor gezorgd dat alle deuren precies gelijk zijn en ietsje minder in voornaamheid dan de voordeur. Al die gelijke deuren bewerkstelligen een grote rationaliteit bij het bouwen. Per ongeluk verwisselen van deuren is uitgesloten. Het rijtjeshuis is symetrische kunst."
"Naast de voordeur bevindt zich de wc-deur, want de wc-ruimte moet worden geventileerd door een klein raampje in de buitenmuur - het befaamde wc-raampje, dat altijd openstaat en bekend is bij alle straatjongens die er rotjes door naar binnen gooien.
Op de Hollandse WC komt de plonspot niet voor. Door de Hollandse voedingsgewoonten - wittebrood met nagelkaas - zijn de uitwerpselen doorgaans hard en onregelmatig, waardoor zij in de plonspot echt zouden plonzen, wat op de hal hoorbaar is. Heel anders dan bij Franse kak. Bovendien kunnen de opspattende waterdruppels die urine bevatten, want om goed te kunnen drukken plast de Hollander eerst, het onderlijf onhygiënisch treffen. Daar waar het altijd warm en gevoelig is, daar waar men zich alleen ontbloot in afzondering, wordt een koude stip gegeven die het vlees doet optrekken.
Daarom wordt ten onzent algemeen de schotelpot toegepast. In deze pot komen de uitwerpselen op een schotel terecht die hoog in de pot is aangebracht, maar niet te hoog om voldoende stapelruimte te kunnen bieden aan iemand met de aandrang van een koets met vier paarden, en waarin steeds een dun laagje water achterblijft om vastkleven tijdens het doorspoelen te verhinderen. Deze pot plonst dus niet en biedt gelegenheid om het resultaat in de pot nog even op te meten alvorens door te spoelen. Zeker Hollanders letten hierop. Nadeel is dat de pot wel weer klatert tijdens het plassen in het stortgat. Mannen kunnen nog langs de zijkant richten, maar vrouwen niet.Toch kiest de vrouw voor de schotelpot, want de spetters van de plons-WC kan zij moeilijk uit de weg.
Ziedaar het sterke van de Hollandse WC-pot, torenhoog uitstekend te midden van een Europees landschap met onzindelijke drukdozen, hurkpotten en in Wallonië zelfs gewoon gaten in de vloer."
"In de keuken wordt de energie-inhoud van alle stoffen teruggebracht: de verpakkingsstoffen worden verscheurd, de biefstuk wordt geschroeid, de aardappels gekookt, het gas verbrand en de electriciteit in spanning verlaagd. De druk op het water neemt af."
"De eetbaar gemaakte voedingsstoffen gaan in jouw lijf nog eens veranderen waarna naar de WC en de atmosfeer. Maar nog andere stoffen verlaten de keuken: de gescheurde verpakkingsmaterialen gaan door de achterdeur naar buiten evenals de aardappelschillen en nog andere verpakkingsstoffen van de natuur zelf. De waterdamp en de koolzuurdamp van het verbrande gas verspreiden door de afzuigkap en het bovenlicht, het spoelwater loopt uit de gootsteen in de 4e leiding, het riool. Wat bij de ingang homogeen was is bij het passeren van de uitgang heterogeen, gemengd, geroerd, verspreid. Wat coherent was, is nu incoherent.
"Ben je niets vergeten? Waar is de verrichte arbeid gebleven? Die zit in de gescheurde verpakkingen en de gebraden biefstuk, zul je zeggen. Was dat maar waar, zat de natuur maar zo eenvoudig in elkaar, dan was er geen milieuprobleem, dan kon eindelijk het perpetuum mobilae gaan draaien.
Wat je over het hoofd ziet is de opgewekte warmte, niet alleen de verbrandingswarmte van het gas en je lijf, maar ook de warmte van het electrisch licht, de motor in de afzuigkap en de bewegingen van ons lichaam. Er kan nimmer arbeid worden verricht zonder dat daarbij warmte vrijkomt. Door onze stofwisseling is de keuken warmer geworden en als wij zijn vertrokken zal de keuken weer afkoelen - de keuken zal voor het oog onzichtbare lichtdeeltjes uitstralen die zich spreiden en spreiden in de Omgeving."
"Doelmatigheid! Je zag al hoe doelmatig de voordeur, het toilet en de keuken zijn. Maar de doorzonkamer is het summum. Dit is de kamer van het Geluk. Hier kan de bewoner zich overgeven aan volkomen verstrooiing."
"Nog even Oud:
'De 'Nieuwe Zakelijkheid' wil volkomen daadwerkelijk den menschen brengen: licht, lucht, zon, kleur, groen,enz.; directweg: blijheid. Zij wil openheid en ruimte scheppen in onze dagelijkse omgeving. Dit alles wil ze doen in een vorm, die vanuit de gegevens zelf tot schoonheid zal zijn.'
Natuurlijk bedoelde hij het rijtjeshuis!"
---
"Dan nog het luik. Als je de deur van de badkamer open zet en het luik aan het trektouw omlaag trekt, kun je de daaraan bevestigde vlizotrap naar beneden uitschuiven en de vlieringzolder op gaan. Er is werkelijk een zolder en geen plat dak zoals de communisten van de Stijl met hun blokken en winkelhaken in het dorp Nagele hebben uitgeprobeerd. Hier kan gelukkig verzameld worden. Het is nog onbeholpen, maar de basisopzet is goed en ook de plek is goed, want de zolder is dicht bij de hemel. Het rijtjeshuis is vanzelf, onopzettelijk, behalve de zolder, die is een wilsdaad van mij, die voeg ik persoonlijk toe, daarin strijdt ik met de Zakelijkheid. Zonder zolder is een rijtjeshuis slechts een component van een flat, een stapelhuis, een blok rijtjeshuizen op zijn kant. "
---
---