MIJN IDEE
Mijn Idee
Er was wel plaats voor vier foeten op hoofd en schouders van Huug.
Onder streng toezicht van enige NC-leden, die zich naast de sokkel prettig hadden geïnstalleerd in een paar fauteuils, voerden we onze opdracht uit. Straks, als we klaar waren, schreef het mos voor dat wij het zeepsop met de duiveschijt over de NC zouden uitstorten.
Daar kwam het draaiorgel van de Molslaan aan. Het was nog een orgel met handbediening waar Amerikaanse toeristen zo dol op zijn. De orgeldraaier legde een nieuw boek op en speciaal voor de aanwezige Japanners en Amerikanen klonk even later 'Ik hou van Holland' over de Markt van Delft.
Vanaf Hugo hadden wij goed zicht op het orgel, dat systematisch de terrasjes afging. Met veel gevoel draaide de orgelman aan het wiel en het klompedansje deinde langs de Hollandse geveltjes. We onderbraken het vermoeiende werk om te luisteren.
Jannes had nog niet veel gezegd, maar nu sprak hij.
"Als je nou dat orgelboek met die gatencode gelijk stelt aan een chromosoom met menselijke genen erin, .. dan is het draaiorgel hetzelfde als het enzym dat de genen leest en de celdelingen aanstuurt .. en dan is de muziek het menselijk lichaam ... en duurt het liedje even lang als een mensenleven.' zei ik.
Ik had me dus ingeschreven voor de opleiding Technische Natuurkunde.
'En de orgelman dan?' vroeg Jannes.
'Die is dan de Zon' zei ik.
'En God dan?' drong hij aan met stijgende tenor.
'Dat woord heb je van je moeder geleerd. Dat staat niet in je genen, dat is je niet aangeboren.' gaf ik terug.
'Maar wie heeft dat orgelboek dan gemaakt?!' Zijn stem nu in tremolo, zoals de klacht van de cello in Les larmes de Jacqueline van Offenbach.
'De orgelman toch' zei ik zacht.
Beneden kwam een mooi blondje langs. Daar zit muziek in, grapte een foet die had meegeluisterd.
'Dus mijn lichaam leeft zijn leven doordat mijn chromosomen-orgelboek wordt afgedraaid.' sprak Jannes voor zich uit.
Ik keek even opzij, iets had mij getroffen in wat hij zei.
'En op de chromosomen staat je aangeboren kennis in de vorm van genen, net zo als de gaten in het orgelboek.'
'Dus informatie is de vorm of de kleur of het gewicht van de stof ' stelde Jannes vast met donkere alt.
'Precies' zei ik,'alles is dus informatie'.
'Maar wat is muziek dan?' vroeg Jannes. Weer dat wanhopige.
'Het orgelboek wordt door het draaiorgel gelezen zodat het orgel weet op welke pijpen het moet blazen. Dan gebeurt het wonder: de lucht gaat trillen en wij horen muziek!'
'Zo.’
'Bij iedere toon staat het orgel in een andere stand. Het orgelboek is eigenlijk een lijst met toon-opdrachten.
Die middag heb ik meer geleerd dan mijn hele studietijd erna.
De volgende dag bleek dat Jannes die nacht helemaal niet naar bed was geweest. Ik zag hem gaan, zijn jasje was ingescheurd en de gleufhoed, die de foeten buiten moesten dragen om niet kou te vatten, daar hadden ze de bol van afgeknipt.
Toen werd ik zo woedend - ze moesten van Jannes afblijven.
Dinsdag 12 september 20..
Villa Entropie
Een piephuisje is het met een deurtje en twee raampjes en een wingerd waarin de mussen wonen. De vensters geloken tegen de zomerzon.
Het huisje staat aan het eind van een paadje op een landje, dat wordt omarmd door een sloot en een vaart. Een huisje aan het water aan het einde van het pad.
Ik zag toevallig in de etalage van een makelaar een foto van het huisje staan en werd diep door het plaatje geraakt. Dit is het! Nu of nooit! Ik ging de winkel binnen en kocht het huisje zo over de toonbank met de erfenis van mijn vader. Dat vindt hij vast wel goed, dacht ik.
----------
Hij liep het pad af en opende de voordeur.
In de opening aarzelde hij, draaide zich toen om en ging zitten op het bankje dat voor het huis stond.
Het was er zo stil.
Zacht fluisterde het riet, watergolfjes gleden als fluwelen schuitjes voorbij.
Zoet en zuiver geurden valeriaan, gele lis en kalmoes.
Hij sloot de ogen en voelde de Zon op zijn lijf.
Alles viel weg, zijn ziel vloog uit.
Kus mij, fluisterde Helder zonder dat hijzelf wist waarom, kus mij, dan zal ik mijn luiken openen.
-----------
Het is een huisje op een landje, waaraan sinds de bouw in 1887 niets meer is veranderd. De uitdijende Randstad is om huisje en landje heengegaan. Huisje met landje bevinden zich in een ruimtelijke Bermuda-driehoek, die niet in enig streekplan of welke nota op de ruimtelijke ordening te vinden is. Het huisje zelf is nooit verbouwd, er is niets toegevoegd of verwijderd. Wél is het steeds goed onderhouden, zodat het in stand is gebleven. De bewoners hebben zich verzet zowel tegen de tand des tijds als tegen modernisering. Tegen heersende modes, tegen groeilust, tegen gewijzigde bestemmingsplannen, projectontwikkelaars en wethouders van ekonomische zaken. Zelfs de socialisten met hun woningbouwcontingenten, hun verheerlijking van de stad, hun dedain voor de natuur, werden teruggeslagen.
Tegen achteruitgang zowel als tegen vooruitgang. Die houding fascineert mij, de entropische waarde van het huisje is altijd gelijk gebleven.
De omgeving zit om het systeem heen en is het onuitputtelijke warmtereservoir.
Systeem en omgeving vormen samen een wereld. Deze wereld omvat alle energieveranderingen, die plaats vinden als gevolg van de toestandsveranderingen in het systeem.
De
Omgekeerd moeten dalers worden beloond. En dat lukt dus niet meer met guldens en kwartjes, daarvoor is ander geld nodig, entropisch geld.
Mijn geldstukken munt ik met de naam Tover, dat is een afkorting van het woord toestandsverandering, gewoon praktisch. Dat deze naam ook nog een andere magische betekenis heeft, is geen toeval, maar gewoon logisch. Het is net als met Paul Dirac: toen hij in 1930 met de namen bra en ket kwam voor de door hem bedachte kwantummechanische toestandsvectoren, vonden de mensen het maar niks, maar voor Paul was het zuiver logisch omdat hij hiervoor eenvoudig het woord bracket in tweeën had geknipt en zijn toestandsvectoren staan immers tussen haakjes. Trouwens, als ik voor mijn geld de naam dollar had gekozen? En deze naam bestond nog niet? Jannes stelde voor om als naam het woord entroop te kiezen. Logisch toch? zei hij. Maar nee en bovendien: dat woord heb ik in gedachten al vergeven: een entroop is een mens met een entropisch bewustzijn, een mens die verlegen is met zijn/haar bestaan, één die zich schaamt. In de loop der eeuwen hebben maar weinigen zich tot die levenshouding opgewerkt, een enkele heremiet misschien - moeilijk toch ook omdat entropen onopgemerkt willen blijven.
Het woord tover dan heeft in het vervolg een dubbele betekenis: het is een eigennaam voor een munt en het is een verkorte schrijfwijze voor het zelfstandig naamwoord 'toestandsverandering'. Dat is in het begin verwarrend, maar op een gegeven moment weet je niet beter. Omdat het een eigennaam is kan het niet worden vertaald in een andere taal, ook niet in het cosmo-Engels. Zelfs vertaalmachines zullen er geen vat op krijgen omdat ik er een logo van heb gemaakt met copy-right.
De goederen en diensten die tegen tovers verhandeld worden zijn dus uitsluitend toestandsveranderingen. Met de tover wordt dus verandering gekocht, het is bewegingsgeld. Dat werkt zo: als iemand de toestand van een systeem verandert, waardoor de entropie van de wereld met a kiloJoule/°K stijgt, dan moet hij hiervoor a tover betalen. Aan wie, dat is van later zorg. Het aantal tovers komt dus overeen met het aantal kiloJoules/°K toestandsverandering. De tover is op deze wijze waardevast verankerd in de natuur. Vaste prijzen. Op de markt geen materiële goederen meer, maar uitsluitend toestandsveranderingen ofwel tovers!
Ik geef de munt het symbool van een toverstaf, omdat het om veranderen gaat :
En ik kies voor de transacties steeds een werkwoord in de onvoltooid tegenwoordige tijd, omdat een toestandsverandering van een systeem een werking is. Het gaat om de waarde van de entropische verandering van het systeem, die de werking teweeg brengt, en niet om de waarde van de te verkrijgen nieuwe toestand. Dus niet: '1 liter benzine verbrand' maar '1 liter benzine verbranden'. Met de € koop je toestanden, met de toestandsveranderingen.
Dit is het geld waarmee ik de prijs van mijn Afspeeltover wil gaan schrijven.
is de keuken met de trommel, het fornuis, de lepel, de klopper. Zijzelf is eigenlijk ook wel gereedschap.
In het recept staat men neme
zelfrijzend bakmeel, 3 eieren, rozijnen, witte gember, 2 fijngemaakte vijgen, gemalen hazelnoten, melk, boter, 1 eetlepel brandewijn, zout, paneermeel, strooisuiker en stroop.
Moeder gaat naar de kruidenier, koopt dat allemaal en moet betalen
met geld. Dat is nog even een dingetje, want ik wil met mijn eigen Tovers betalen. Kom ik in een ander stukje op terug.
Thuis gaat zij in de keuken aan het roeren en mengen
Moeder gaat intussen twee uur door met stomen, vult regelmatig het water bij, de ramen beslaan ervan.
Dan uit het water, het deksel eraf en dan is het Klaar!
Opdienen.